Eind jaren negentig verhuisde ik naar New York, om daar volwasseneneducatie te doceren. Ik leerde daar ook het grote succes van de community colleges kennen, waar veel van de studenten inderdaad volwassenen waren. Maar vanuit mijn ooghoeken de ontwikkelingen in Nederland volgend, zag ik dat de ROC ’s er niet in slaagden dat voorbeeld te volgen.
De Verenigde Staten vertegenwoordigen min of meer het Eldorado van de volwasseneneducatie. Nederland is juist al jarenlang de hekkensluiter in de internationale (OECD) statistieken voor de volwasseneneducatie. Het is triest om een zo belangrijk vakgebied in Nederland ‘kopje onder’ te zien gaan. Zijn er nieuwe kansen voor volwasseneducatie als sociaal beleid?
De historische pretentie van het ROC
Sinds 1996 kent Nederland Regionale Opleidingscentra (ROC ‘s). Deze opleidingscentra waren een samenvoeging van scholen voor middelbaar beroepsonderwijs, maar ook instellingen voor volwasseneneducatie maakten daarvan deel uit. De Nederlandse overheid liet zich daarbij inspireren door de Amerikaanse ‘community colleges’. Deze boden toen en nu een tweede kans aan laag opgeleide volwassen Amerikanen om alsnog een middelbare beroepsopleiding te volgen.
Waarom middelbaar beroepsonderwijs voor volwassenen bevorderen?
Er zijn tenminste drie omvangrijke categorieën volwassenen, ook in Nederland, die behoefte hebben aan deelname/terugkeer naar het beroepsonderwijs:
- 1. Volwassenen die eerder de school te vroeg verlieten. Niet iedere puber is aan middelbaar onderwijs toe, anderen raken verstrikt in falende opvoeding of het omgaan met verkeerde vrienden. Voor deze laatbloeiers is een weg terug naar scholing belangrijk om alsnog een fatsoenlijk inkomen te kunnen verdienen.
- 2. Volwassenen die bijvoorbeeld wegens (dreigend) ontslag van beroep moeten veranderen. De tijd dat de beroepsopleiding als jongere de meeste werknemers een vaste baan voor het leven verschaft, is voorbij. Bij- en omscholing is aan de orde van de dag.
- 3. Migranten die na het Staatsexamen Nederlands NT2 vastlopen. Met alleen goede kennis van Nederlands kom je nog niet ver op de arbeidsmarkt. Het probleem is weer acuut bij de huidige toename van asielzoekers.
Hoe organiseren community colleges tweede kans beroepsonderwijs?
De VS kent geen uniforme opzet van een community college. De opzet varieert per deelstaat, regio of gemeente. Mijn voorbeelden hieronder komen van een community college in New York zoals beschreven door Mary Jet Ansing[1]. Iedereen kan zich inschrijven als student op een community college, ongeacht de vooropleiding. Wanneer bij een test de voorkennis onvoldoende blijkt, dan volgt de student een interne cursus die opleidt voor een examen op het niveau van de high school (General Education Diploma) dan wel één of enkele specifieke cursussen voor vakken waarin de nieuwe studenten zwak is, bijvoorbeeld taal of rekenen. Cruciaal is dat de community colleges veel van hun opleidingen ook aanbieden in de avonden en/of het weekend, zodat werkende studenten de opleiding kunnen volgen. Er is een flexibel modulair systeem van cursussen, met veel vrije keuzemodules, waardoor een student de opleiding kan afstemmen op de eigen loopbaan of interesse. Voor steeds meer cursussen wordt ook een online alternatief aangeboden.
Ruimte voor ondernemende regionale instellingen
Belangrijk is om te zien dat in de VS de opkomst van de community colleges een beweging van onderop is geweest. Dat hangt niet alleen samen met het decentrale systeem van onderwijsbeleid in de VS. Het initiatief tot opening van de community colleges kwam ook vaak van ondernemende afdelingen binnen een van de vroegere “vocational colleges”. Meer mogelijkheden bieden aan volwassenen was niet het enige motief voor uitbreiding, meer ruimte in het algemeen voor individuele, flexibele leerroutes voor alle studenten is minstens zo belangrijk. De laatste jaren heeft zich daar een nieuw element aan toegevoegd. De landelijke organisatie van community colleges is nauw gaan samenwerken met de federale regering om een inhoudelijk vernieuwingsprogramma te realiseren, dat de komende jaren moet leiden tot verdubbeling van het aantal studenten.[2] Nederland kan nog wel wat leren van de ontwikkelingen in de Verenigde Staten. Ik ga dat de komende jaren nauwlettend volgen, zowel in de Verenigde Staten als in Nederland.
In de jaren zestig ben ik afgestudeerd als stadssocioloog. Ik werkte begin jaren zeventig als cursusleider op de volkshogeschool Noord-Groningen met ondermeer als taak de discussie te kanaliseren over wat wij, Groningers, met die net gereed gekomen Eemshaven aan moesten. Met deze inspiratie startte ik ruim vier jaar later als docent bij Andragogiek Nijmegen, leeropdracht ‘educatief opbouwwerk’, dat is de vorming van actieve burgers. Na mijn promotie op dit onderwerp raakte ik al snel betrokken bij een internationaal onderzoeksnetwerk, wat uiteindelijk leidde tot mijn overstap naar Teachers College Columbia University NY. New York is de stad waar Trump zijn eigen idee van ‘community leadership’ heeft ontwikkeld, maar mijn Columbia collega’s en ikzelf hebben daar helemaal niets mee. Trump is niet de VS en het is ook zeker waar dat oud-opbouwwerker Obama veel beter begreep wat er onder de formele politieke horizon in de arme buurten leeft. Bij dat ‘andere Amerika’ is mijn hart. Ik hou mijn hart vast!
[1] Mary Jet Amsing (2011) Towards Investment in Non-Traditional Students through Lifelong Learning. Rijksuniversiteit Groningen: Master Thesis Department of Lifelong Learning.
[2] Daarin speelde vice-president Biden een grote rol, wiens vrouw directeur is van een community college.