Cor van Dijkum’s reactie op ‘Het Fake-argument van de veranderkunde’

Aardig dat Ben Tiggelaar als modern veranderkundige zich oriënteert op wat hij noemt de vader van de veranderkunde: Kurt Lewin. Maar het is jammer dat hij zich wat te veel laat meeslepen door een artikel van Stephen Cummings en collega’s (2016). Die stellen dat in Lewins werk nergens de aan hem toegeschreven drie stappen in een veranderingsproces unfreeze, change, freeze is terug te vinden.

Het pleit niet voor het academisch speurwerk van Ben Tiggelaar dat hij dit niet zelf controleert.  Immers in het na Lewin’s dood in 1947 uitgegeven werk “Frontiers in group Dynamics” zijn deze stappen duidelijk terug te vinden. Ik lees op bladzijde 34 van dat artikel “Changing as Three Steps: Unfreezing, Moving, and Freezing of Group”. Vervolgens wordt dat verder uitgewerkt en geïllustreerd met aansprekende empirische voorbeelden. Wat wil je nog meer als modern veranderkundige?

Dat Stephen Cummings en collega’s in hun artikel dat niet waarderen komt wellicht doordat zij het artikel niet goed hebben gelezen. Het staat wel in hun literatuurlijst,  maar zij beweren dat Lewin alleen maar heeft geschreven over unfreezing. Lewin is assumed to have given us unfreeze-change-refreeze, which is only 33 percent right (he only wrote unfreeze) (Cummings c.s., blz. 39). Onjuist als je het artikel wel goed leest. Tenzij je ‘moving’ niet wilt gelijk stellen aan ‘change’. Dan hebben zij alleen maar voor 33 procent gelijk.

Waar Cummings en collega’s een punt hebben is dat navolgers van Lewin de ideeën van Lewin nogal mechanistisch hebben opgevat. Alsof het bij mensen, groepen en organisaties gaat om voorwerpen die je kunt manipuleren. In de Andragologie werd dat o.a. door Nijk (1972) bekritiseerd als een technologische opvatting van verandering, met als doel beheersing in plaats van emancipatie. A la Foucault geven Cummings en collega’s voor deze technocratische wending een treffende maatschappelijke verklaring.

Met deze mechanistische  opvatting raken wel de verbazingwekkend moderne ideeën van Lewin over de dynamiek van veranderingsprocessen op de achtergrond. Lewin stelde keer op keer dat veranderingen niet permanent zijn. Het gaat om quasi evenwichtssituaties waarin processen en niet toestanden belangrijk zijn. Actoren en processen werken op elkaar in via circulaire feedback.

Wat het laatste betreft verwees hij naar de systeemtheorie.  Een prima historische aanzet tot de moderne dynamische systeemtheorie waarbij  de interactie tussen actoren en processen complex is, veranderingen nooit permanent zijn en soms onbeheersbaar en onvoorspelbaar blijken. En waarbij nieuwe concepten zoals zelfsturing, zelforganisatie en zelfregie worden ontwikkeld om met deze dynamische situaties om te gaan (zie bijvoorbeeld: Dijkum 1997). Dat zou Ben Tiggelaar als modern veranderkundige moeten aanspreken!

Verwijzingen:

Cummings, S., Bridgman, T., & Brown, K. G. (2016). Unfreezing change as three steps: Rethinking Kurt Lewin’s legacy for change management. human relations69(1), 33-60.

Dijkum, C. van (1997). From cybernetics to the science of complexity. Kybernetes26(6/7), 725-737.

Lewin, G. W. (1997). Frontiers in Group Dynamics (1947). American Psychological

Association. Op Internet gepubliceerd door Sage: http://hum.sagepub.com/content/1/1/5

Nijk A. (1972). Oratie: “Beheersing en emancipatie: kanttekeningen bij het ontwerp van een wetenschap”.