Hulpverlening is contextgevoelig, zo concludeer ik uit vier ervaringen. Ik leg het uit, u tekent. Kruis twee assen of continua met elkaar zodat er een matrix met vier kwadranten ontstaat. De ene as gaat van ‘eenvoudige’ tot ‘gecompliceerde’ vraagstukken, de andere van ‘open’ (straat, publieke ruimte) naar ‘gesloten’ contexten (klinieken en zo).
Eerst complex-gesloten. Kees van Bezooijen, gepensioneerd huisarts (77), had een erge longontsteking. Grotere zorgen maakte hij zich over de zorgleveranciers. Een-op-een-contacten tussen hulpverleners en patiënten bestaan niet meer. Medici zitten tussen beleidsmakers, verzekeraars, de Zorgautoriteit, digitalisering, protocollen, productietargets en evidensbeesten. Van Bezooijen in het ziekenhuis: ‘Ik zit op de rand van mijn bed, ben uitgeput en verdrietig omdat er geen verbetering is. Een jonge verpleegkundige komt binnen voor een routinecontrole. Dan houd ik het niet meer. Ik fluister: “Ik zie het niet meer zitten” en barst in huilen uit. Het is een paar minuten doodstil. Dan een klein stemmetje: “Ik weet niet wat ik moet zeggen.” Ik ben meteen weer mezelf: patiënt, maar ook een klein beetje dokter. Zeg: “Ik heb er ook geen woorden voor. Maar je antwoord is precies het goede. Je bent niet weggelopen, je hebt echt naar me geluisterd en je bent er.”’ Minister Edith Schippers (Volksgezondheid) reageerde op de dokter: ‘Het is tijd dat we een trendbreuk maken, of desnoods forceren’, en: ‘Als de zorg optimaal gebruikmaakt van de nieuwe technologie, krijgt de patiënt meer vrijheid en heeft de verpleegkundige meer ruimte om zich echt bezig te houden met echt belangrijke zorgtaken.’ Zo, da’s beleid.
Dan gesloten-simpel. De Britse pianist James Rhodes (39) was in 2006 opgenomen in een psychiatrisch ziekenhuis, na jaren van depressie, suïcidepogingen en drugs, vanwege misbruik in zijn jeugd. Een vriend smokkelde er muziek van Bach naar binnen, en dat bracht hem weer op de been. De filmer Ursula Macfarlane toont in Notes from the Inside hoe Rhodes nu, een week lang, stukken speelt voor psychiatrische patiënten. In hun tehuis, in het zwembad, tijdens een wandeling of bij een partijtje biljarten, tast hij hun zorgen en hun muziekbelangstelling af. Met Jason, Kelly, Krissy en Nicky wisselt Rhodes levensverhalen uit. Hij speelt aan de piano letterlijk de hoop dat muziek hun leven minder zwaar maakt. Rhodes legt de muziekstukken graag zelf uit. Iedereen heeft een blok ijs, meent hij, dat een beetje kan ontdooien: met Rachmaninov, Grieg, Gluck en Schumann.
Complexiteit én openheid illustreert de tv-serie (2014) van de Vlaamse zender Canvas, Grand Central Belge, naar het gelijknamige boek van Pascal Verbeken. Ooit was België een land van belofte. Een industriële wereldmacht. Een baken van vooruitgang en ondernemerschap. De motor van dit wonder was de spoorweg, die Wallonië met Vlaanderen verbond en die de rijkdom vervoerde vanuit de streek rond Charleroi naar de Antwerpse haven. Tv-presentatrice Frieda Van Wijck wandelt in vier afleveringen langs de inmiddels verlopen ijzeren weg, tweehonderd kilometer. Overal ontmoet zij mensen, met unieke, soms tragische verhalen. Ze trekt in Charleroi op met Fabienne Denoncin, een juriste die als fotografe en vrederechter (de ambtelijke Vlaamse versie van de olijke Nederlandse Rijdende Rechter) weet wat er leeft in die stad, en wat er fout loopt. Samen speuren ze naar Valerie, een dakloze jonge vrouw (steevast met haar plompe teddybeer) die Fabienne regelmatig opzoekt voor ‘hoe maak je het vandaag?’-gesprekken en over wie ze een fotoboek maakte. Hartverwarmend gewoon in een ingewikkelde omgeving.
Open en simpel: in 1989 fietste ik, keurig in kostuum, van mijn collegezaal te Amsterdam naar huis. Op het Amstelveld liep de ketting van het olievette achtertandrad. Gatverderrie. Wie kwam daar uit zijn huis gerend, en bood me een plastic zak aan om zelf mijn probleem op te lossen? Hij gebaarde dat ik die om m’n hand kon doen: Youp van ’t Hek.